7 Kernwaarden van de FNP

  1. Democratie:
    De FNP vindt dat de macht over de overheid aan het volk toebehoort. Mensen moeten zoveel mogelijk worden betrokken bij het openbaar bestuur.
  2. Federalisme:
    De FNP staat voor een staatsinrichting die mensen en lokale gemeenschappen de bevoegdheden en de middelen geeft om de eigen omgeving zoveel mogelijk zelf gestalte te geven. De FNP wil meer bevoegdheid voor de provincie, een sterker provinciaal bestuur en daarmee een sterker Fryslân.
  3. Internationalisme:
    De FNP zoekt naar wat mensen bindt en beschouwt de wereld als een federatie van gemeenschappen. Mensenrechten en respect voor andere culturen en levensovertuigingen staan daarbij centraal.
  4. Taal en cultuur:
    Taal en cultuur dragen sterk bij aan de identiteit en daarmee aan het welzijn van mensen. De FNP wil de Friese identiteit versterken en zet zich daarom in voor de Friese taal en cultuur. De FNP maakt zich sterk voor een Fryslân, waar ook andere talen en culturen gerespecteerd, gepractiseerd en gewaardeerd worden, zoals het Bildts en het Stellingwerfs.
  5. Ondernemingszin:
    De FNP wil eigen initiatief, creativiteit, verantwoordelijkheid en ondernemingszin de ruimte geven, zodat mensen en gemeenschappen in staat zijn zich optimaal te ontwikkelen.
  6. Solidariteit:
    De FNP is een gemeenschapspartij. Voor het behoud van de solidariteit moet begrip en respect van beide kanten tussen arm en rijk, jong en oud, gezond en ziek worden behouden en versterkt, zodat niemand aan de kant komt te staan.
  7. Duurzaamheid::
    De FNP wil een duurzame wereld nalaten aan de komende generaties. In plaats van potverteren zoekt de FNP naar economische vormen van bestaan die een beter evenwicht garanderen tussen consumeren en behouden.

Lees hieronder meer over de standpunten van de FNP per onderwerp.

Wonen

Wonen waar we willen wonen” 

Wonen is een basisrecht

De komende jaren zijn er in Fryslân nog zo’n 15.000 woningen nodig voor de zogenaamde autonome groei, de groei van de bestaande bevolking. We zien dat de bevolking van Fryslân over het algemeen steeds ouder wordt. Maar we zien ook dat met name onze jongeren de laatste jaren maar moeilijk een plekje konden vinden. Oplopende prijzen, grote druk op de woningmarkt en een fiscaal systeem dat eveneens een bijdrage leverde aan de krapte. In 2021 lanceerde de FNP daarom haar Aanvalsplan Wonen. Daarin geven we voorrang aan mensen met een sociaaleconomische binding aan het gebied, gaan de strijd aan met tweede woningbezitters en kijken we naar mogelijkheden om de prijs van nieuwbouw laag te houden. Jongeren in Fryslân verdienen een duwtje in de rug. Op dit moment werken onze afdelingen er hard aan om dit binnen de gemeenten voor elkaar te krijgen. Voor de FNP betekent het Aanvalsplan Wonen vooral dat we willen dat er betaalbare woningen gebouwd worden daar waar de gemeenschap dat vraagt.

Geen grootschalige woningbouw

Ook provinciaal is het Aanvalsplan leidend. Sommige partijen zouden in Fryslân wel 60.000 woningen willen bijbouwen, vooral in het zuidoosten van onze provincie. Die aantallen zijn genoemd in verband met het zogenaamde Deltaplan voor het Noorden. De FNP is tegen dat deltaplan. Het zal de unieke schaal van Fryslân met zijn 11 steden, regionale centra en met meer dan 400 dorpen sociaal en economisch totaal uit zijn verband trekken.

In samenwerking met de Friese gemeenten willen we tot een plan komen waarin alle plaatsen in Fryslân de mogelijkheid krijgen om naar aard, schaal en karakter bij te bouwen. Door op die wijze bij te bouwen zal de structuur behouden blijven en wordt de ruimte gegeven voor mensen om terug te komen naar de plek waar ze zich thuis voelen. Voor de ene plaats zullen er dan maximaal 5 woningen komen en voor een transitiegebied zoals het stationsgebied in Leeuwarden kunnen dat er ook veel meer worden. De gemeenten zijn aan zet. Zij weten wat er lokaal nodig is en staan dicht bij de bevolking. De FNP wil inbreiding voor uitbreiding. We zijn en blijven erg kritisch ten opzichte van woningbouw in het open veld. Dat geldt ook voor (dure) vakantiekolonies. Denk daarbij aan steden als Hindeloopen, Stavoren en Sloten met al hun tweede woningen. Wonen is een basisrecht.

Een leven lang in je eigen woonplaats

We zien dat mensen steeds langer thuis wonen. Ook het sociaal domein is intussen zo ingericht. Met de vergrijzing, die de komende jaren meer en meer doorzet, betekent het dat we ook anders moeten kijken naar de woningen die we gaan bouwen. Ook al gaat de provincie er in beginsel niet over welke woningen er worden gebouwd, zit zij wel aan tafel met de gemeenten en andere partijen als het over de woningvoorraad gaat. Er zal een aanjaagfonds moeten komen om een Fries hofjesconcept te ontwikkelen. Hiermee moet het mogelijk worden om zorg te concentreren en gebruik te maken van de kracht van de gemeenschap, zodat ook op het platteland mensen een leven lang in hun eigen omgeving kunnen blijven wonen. Een bijvangst is dat een dergelijke oplossing de doorstroom zal bevorderen, waarmee er plek komt voor onze jongeren en voor doorstromers. De meeste huizen staan er al.

Verder zijn goede zorg en toegang daartoe essentieel voor een leven lang in je eigen woonplaats. Dat vraagt ook dat de acute zorg als basisvoorziening in de regio overeind blijft. Dat is niet alleen vanwege de medische risico’s en het ongemak van lange reistijden, maar ook omdat de zorg altijd beter en efficiënter uitpakt als die goed aansluit bij het eigen netwerk en de kracht van de gemeenschap. 

Landschap

‘’“Ons landschap – onze ruimte – ons goud” (Wat vindt de FNP over landschap en natuur) 

Laat het direct duidelijk zijn: Natuur en landbouw gaan bij de FNP hand in hand. De laatste jaren is er veel dynamiek. Voor de FNP staat voorop dat Fryslân de landbouw-provincie van Nederland zal blijven. Maar we sluiten onze ogen niet voor de ontwikkelingen die al plaatsvinden. De agrarische sector is een onmisbare speler binnen de gemeenschap, voor onze bevolking maar ook voor de biodiversiteit, de natuur en het landschap. De binding met de gemeenschap gaat trouwens nog veel verder. Denk dan bijvoorbeeld aan de tractor bij de optocht van het dorpsfeest of het ophalen van oud papier. Daar moeten we zuinig op zijn.

In 2019 was het de FNP die de ontwikkelingen zag aankomen en pleitte voor veranderingen. Niet op basis fan dwang maar op basis van bereidwilligheid. Fryslân zal opnieuw vooroplopen: ‘laat de boer weer een winnaar zijn’. We zagen dat de agrarische sector vastdraaide in een systeem van maximalisatie en regels. Toen heeft de FNP al ingezet om te komen tot een meer extensieve sector (met kringloop-, biologische en grondgebonden landbouw) op basis van een goed verdienmodel. Daar willen we blijvend steun aan geven, maar de ondernemer gaat natuurlijk zelf over zijn bedrijfsvoering. Bij het uitgeven van provinciale grond is er wel een rol voor de provincie. Aan grond die in pacht wordt uitgegeven kunnen voorwaarden worden gesteld.

De consument en gemeenschap moeten hun verantwoordelijkheid ook nemen
Dat vraagt ook wat van de consument, de financiële sector en de tussenpersonen. De producten moeten weer de waarde krijgen die ze verdienen. In kortere ketens van boer naar bord. We zien dat de consument steeds bewuster een keuze maakt en op meer en meer plekken de ondernemer een tweede tak, bijvoorbeeld verkoop aan huis, heeft. We willen maximaal de gelegenheid bieden aan een tweede of derde tak. Denk daarbij ook aan bijvoorbeeld vormen van recreatie die tegelijk een impuls kunnen geven aan de leefbaarheid op het platteland, zorg-arrangementen, de opwekking van energie en eigenlijk de allerbelangrijkste: de productie van natuurwaarden en biodiversiteit en daarmee het behoud en onderhoud van ons landschap. Vanuit de provincie wil de FNP een kwartiermaker die producenten van Friese producten koppelt aan de inkooporganisaties van grote bedrijven en instellingen. Trots zijn op eigen producten is één, maar het gebruiken maakt pas écht het verschil.

Fryslân: vooroploper in agrarisch natuurbeheer
Naast het behoud van de – voor Fryslân zo kenmerkende – open ruimte zijn voor de FNP gezonde grond, schoon water en biodiversiteit de uitgangspunten voor agrarisch natuurbeheer. Goed om te benoemen is dat Friese boeren hier al in voorop lopen. De FNP is trots op de grote stappen die boeren hebben gemaakt met het agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb), het natuur-inclusief boeren waarbij een deel van de bedrijfsvoering bestaat uit het beheren van het landschap en de natuur. De provincie zal stevig met Europa en de nationale overheid in gesprek moeten om het werk van het Kollektivenberied Fryslân en de aangesloten collectieven en agrarische natuurverenigingen verder te stimuleren. Geld uit Europa is belangrijk voor onder andere de Friese skriezekriten (gruttokringen), de houtwallen en elzesingels en voor de akkervogels. Positieve resultaten zijn er op de Waddeneilanden, in De Bouhoeke, De Greidhoeke maar ook in het Veenweidegebied en tegen het Drents-Friese Wold aan.

Minder stikstof en schoon water
De FNP steunt de Friese stikstof-aanpak. We zien dat er in onze provincie ook al goede voorbeelden zijn. Denk hierbij aan de vrijwillige reductie van de uitstoot op een eiland als Schiermonnikoog. Bedrijven die al zijn omgeschakeld, mogen niet de dupe worden van nieuwe plannen. Door gebiedsprocessen zullen we het met elkaar moeten doen. Op basis van vertrouwen in elkaar. Geen gedwongen onteigening in verband met de stikstofmaatregelen. Verder zullen ook de andere sectoren zoals de bouw, het verkeer, de industrie en de luchtvaart en vanzelfsprekend onze inwoners hun verantwoordelijkheid moeten nemen. De reductie van stikstof staat niet op zichzelf; ook op het gebied van de waterkwaliteit ligt er een uitdaging. Schoon water, het langer vasthouden van water in tijden van droogte, het tegengaan van de verzilting hoort hier natuurlijk ook bij. We stimuleren dat bestrijdings- en gewasbeschermingsmiddelen zo veel mogelijk worden uitgefaseerd en tegelijk stimuleren we alternatieven. De FNP vindt dat we niet steeds nieuwe en hogere hoepels moeten opwerpen. We moeten de zaken nu meteen goed regelen zodat iedereen weet waar hij of zij aan toe is en Fryslân de landbouw-provincie van Nederland blijft.

We blijven inzetten op het stimuleren van onze weidevogels en het vergroten van de biodiversiteit. Het Natuur Netwerk Nederland zal worden afgemaakt. Wie aan weidevogelbeheer doet en daar subsidie voor krijgt, zal één keer tijdens de (subsidie-)contractperiode gratis een cursus volgen. Met elkaar moeten we er voor zorgen dat Fryslân de weidevogel-populatie (kievit, grutto enz.) op peil houdt en daar waar dat mogelijk is, vergroot.

Verder houdt de FNP oog voor onze cultuurhistorische landschapselementen. Elzesingels, boomwallen en andere landschapselementen vertellen een deel van onze geschiedenis. Wat weg is, komt niet eenvoudig meer terug. Vanuit dat gezichtspunt wil de FNP ook een subsidie instellen om belangrijke landschapselementen die zijn verdwenen opnieuw zichtbaar te maken in het landschap. Daarnaast wil de FNP met de andere Friese overheden het herstelplan biodiversiteit ten uitvoer brengen. De FNP wil de subsidierelatie met onze groene organisaties en landschapsbeheerpartners overeind houden. Zij zorgen samen met de agrarische sector voor het beheer van ons land. Voor de FNP zijn de nazorgers natuurlijk ook zeer belangrijk, de nazorg is dan ook terecht immaterieel erfgoed geworden in 2022.

In het meest utopische scenario houdt de natuur zichzelf in evenwicht. In een cultuurlandschip zoals Fryslân is er soms wel wat hulp bij nodig. Die hulp is zowel nodig voor het onderhoud van onze bossen als om balans te houden in de populatie van sommige dieren. In sommige gevallen zullen predatoren (roofdieren) of andere dieren die veel schade kunnen veroorzaken, moeten worden bejaagd. Voor bepaalde planten geldt evenzo dat die actief bestreden moeten worden, zoals de watercrassula, de grote bereklauw of andere invasieve exoten, omdat die ten koste gaan van de bestaande biodiversiteit. We willen ook verder met verschillende pilots rondom het bejagen van de steenmarter, en die ook uitbreiden. Het beleid rondom predatoren houden we dan ook overeind en we zullen maatwerk leveren wanneer dat nodig is.

Sinds 2018 wordt de wolf ook vaker in Fryslân gespot en sinds de zomer van 2022 is er op de grens fan Fryslân en Drenthe roedelvorming. Voor de één is de wolf in prachtig dier, voor de ander is het een nachtmerrie. De FNP wil de lobby inzetten en er voor zorgen dat de wolf een iets lagere beschermingsstatus krijgt. Op dit moment is het dier Europees en dus ook in ons land maximaal beschermd. Net als sommige deelstaten in Duitsland en in de Alpen wil de FNP net wat meer mogelijkheden hebben om bij excessen te kunnen ingrijpen. De wolf is lastig te keren, grote hekken om Fryslân bouwen is ook geen oplossing. Verder wil de FNP dat de bestaande preventieregeling in de hele provincie gaat gelden. Veehouders die hun vee willen beschermen, moeten daartoe de mogelijkheid krijgen en daarbij worden gesteund. Met de druk van nieuwe wolven uit Duitsland zal dat ook noodzakelijk worden. 

Economie en toerisme

Economie en werkgelegenheid

Net als op veel andere plekken ontstaat er ook in Fryslân krapte op de arbeidsmarkt. Vooral de behoefte aan vakmensen zal in de komende jaren snel groter worden. Mede door de vergrijzing zullen er volgens de DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs) over 10 jaar nog een keer 15% minder vakmensen beschikbaar zijn. We zien dat in heel Nederland het tekort oploopt. Met de grote transities op het gebied van energie en klimaat die op ons afkomen, zal de vraag alleen maar toenemen. Dat betekent dat er een cultuuromslag nodig is. Fryslân is een MBO-provincie. Volgens cijfers van het Fries Sociaal Planbureau komen 7 van de 10 jongeren met een MBO-diploma de arbeidsmarkt op. Er is een dringende behoefte en deze mensen verdienen alle waardering.

Wereldberoemde werkers

Te lang heeft de focus gelegen op het zo hoog mogelijk opleiden van mensen. We zien een trendbreuk. Het zijn nu de gouden handjes die een wenkend perspectief hebben. Het MKB is een sterk punt van Fryslân. Juist de kleinere schaal van de bedrijven zorgt voor binding met het personeel en met de klanten. De kwaliteit en het arbeidsethos van Friese vakmensen is wijdverbreid bekend.

Dat betekent dat er meer waardering moet komen voor het praktisch onderwijs. Per 1 januari 2023 zullen de Friese Poort en het Friesland College fuseren. We willen die nieuwe school steun geven om haar te profileren als dé school voor het praktijkonderwijs. Fryslân as dé vakwerkprovincie. Er ligt ook een rol voor de provincie. We willen de komende jaren de ambachten en het vakwerk weer meer zichtbaar maken. Te lang is er beleid gevoerd om zulke bedrijven weg te stoppen op bedrijventerreinen. We willen het werk weer prominent in het straatbeeld terug hebben. Het moet interessant zijn. Daarnaast wil de FNP meer de verbinding leggen tussen scholen en ondernemers. Er moeten structurele samenwerkingsverbanden komen. We zien dat het bijvoorbeeld op de Ulbe van Houten-school op Het Bildt en op het Technasium in Franeker al gebeurt. De provincie zal de dialoog meer op gang moeten brengen om te komen tor een duurzame toekomst.

Fryslân werkt

Veel mensen en instanties werken uiterst hard om vakmensen op te leiden en te zoeken. Maar de initiatieven zijn versnipperd. Daarom moet er in de zoektocht naar vakmensen in Fryslân zo snel mogelijk een centraal loket komen. Dat kan onderdeel worden van Fryslân Werkt. Voor:

  • Centrale aansturing
  • Informatie verzamelen
  • Verbindingen leggen en faciliteren
  • Alle versnipperde initiatieven bij elkaar brengen

De partners hierin zijn: bedrijven, gemeenten, scholen en het UWV. De FNP vindt dat we vooral ook oog moeten hebben voor kleinere bedrijven, die niet veel tijd en mensen hebben voor het vinden van personeel en geen geld hebben voor bonussen.

De doelstellingen van Fryslân Werkt worden op deze manier verbreed, bijvoorbeeld met het beheren van de relaties van de provincie en het organiseren van bijeenkomsten en activiteiten. Dit om de dialoog over een duurzame toekomst te bevorderen.

App voor werk-reservisten

De FNP wil deze periode ook inzetten op de ontwikkeling van een Friese marktplaats/app voor (gepensioneerde) vakmensen en zorgmedewerkers. In samenwerking met het bedrijfsleven en de andere Friese overheden willen we komen tot een platform waar mensen en bedrijven met opdrachten en werkzaamheden elkaar kunnen vinden. Zo ontstaat er een pool van zorg-, vakwerk- en handenwerk-reservisten. Dit kan de druk binnen verschillende sectoren, zoals ook de horeca, wat wegnemen en pieken in de vraag kunnen zo beter worden opgevangen.

Leeuwarden, een échte studentenstad

De FNP is content met Leeuwarden. We zien dat de stad zich de laatste jaren echt heeft ontwikkeld tot een volwaardige studentenstad. Met NHL/Stenden, Van Hall-Larenstein, de watercampus van Wetsus, de RUG Campus Fryslân en de MBO’s leeft de stad als nooit eerder. Samen met de gemeente Leeuwarden willen we deze ontwikkeling verder uitbreiden.

Fryslân een eigenzinnige topbestemming

Fryslân heeft een sterke recreatiesector met internationale uitstraling. Wat de FNP betreft, zetten we in op duurzaamheid met bezoekers die de schoonheid van Fryslân onderschrijven. Vooral in de coronatijd kwamen er ook wel andere toeristen naar Fryslân. Fryslân en onze eilanden zijn geen Ibiza en dat hoeft ook niet. We zetten in op de kernkwaliteiten: de rust en ruimte die Fryslân rijk is in combinatie met onze levendige steden en dorpen. Plattelandstoerisme en watersport van wereldniveau. Bijvoorbeeld in en rondom onze Friese Meren, het Waddengebied en onze eilanden of de bossen van Gaasterland en de Friese Wouden. De provincie heeft daarbij een ondersteunende en aanjagende rol. De geschiedenis van Fryslân en zijn rijke cultuur moeten daar meer een onderdeel van worden. Een onderscheidend element, interessant voor onze gasten.

De FNP ziet aan de andere kant ook een ontwikkeling waarin mensen met een kleinere beurs worden verdreven van hun vakantieplekken. De provincie gaat niet over de bedrijfsvoering van ondernemers, maar in de komende jaren moet er wel rekening mee gehouden worden dat Fryslân voor eenieder toegankelijk moet zijn. In dat licht blijft de FNP ook bijzonder kritisch op de uitbreiding van grote vakantieparken. Speciale aandacht voor de Waddeneilanden is op zijn plaats. Het laagseizoen bestaat daar eigenlijk niet meer. Dat betekent een continue druk op personeel, ondernemers en de natuur op de eilanden. We willen in de komende periode een groot internationaal congres op één van de eilanden organiseren rondom het vraagstuk van duurzaam toerisme. Hoe blijven economie, leefbaarheid en natuur in balans? Het zal steeds urgenter worden dat we daar een antwoord op vinden.

Cultureel erfgoed is overal aanwezig. In onze musea, historische binnensteden en in het landelijk gebied, zoals de Friese boerderij en het greppelland. Maar ook in de bodem en onder water liggen aandenkens die een beeld geven van onze geschiedenis. Immaterieel erfgoed, onze tradities, rituelen en verhalen vertellen over waar we vandaan komen, wie we zijn en hoe we ons ontwikkelen. De FNP zet zich in om het cultureel erfgoed te beschermen, maar ook om nieuwe ontwikkelingen mogelijk te maken. Cultureel erfgoed staat midden in onze maatschappij, biedt kansen en verbindt mensen. Daarnaast draagt het bij aan de ruimtelijke kwaliteit van ons landschap en de leefomgeving. Het is een onderdeel van onze identiteit. Het verhaal van Fryslân met zijn rijke geschiedenis en cultuur is een onderscheidend element, interessant voor onze eigen inwoners en onze gasten.

Cultuur en taal

Cultuur als smeerolie voor de gemeenschap”

Voor de FNP is onze cultuur een belangrijke en levende zaak die wordt gemaakt door mensen en gemeenschappen die met elkaar samenwerken, die met elkaar in verbinding staan. We zien cultuur in ons dagelijks leven zonder dat we dat altijd door hebben. Onze cultuur beïnvloedt onze sport, ons erfgoed, onze economie en onze manier van leven. Het brengt mensen bij elkaar en in gesprek, ook over de grote uitdagingen in deze wereld.

Maar op het gebied van cultuur zal er een keuze moeten worden gemaakt. Het huidige beleid (Nij Poadium) loopt deze periode af. De FNP wil op twee sporen inzetten. Het eerste is een robuuste basisinfrastructuur. Dat betekent dat musea, openluchtvoorstellingen, Hafabra, toneelinfrastructuur en de evenementen die het verhaal van Fryslân vertellen en doorgeven weer moeten kunnen rekenen op een bijdrage van de provincie. Het tweede gaat over eerlijke kansen.

In dat licht moet er een heldere subsidieregeling komen onder regie van het hiervoor genoemde leefbaarheidsloket. Het aantal toeschouwers, bezoekers en de relatie met Fryslân, zijn geschiedenis, taal of (regionale) talenten moeten de pijlers worden voor de hoogte van de bijdragen. Op die manier heeft het totale culturele veld in Fryslân dezelfde kansen. Van het Veenhoop-festival tot aan Welcome to the Village.

Een bijzondere vermelding voor Arcadia/LF2028 is hier eveneens op zijn plek. Het werk dat in aanloop naar 2018, het culturele hoofdstad-jaar, en in het kader van Arcadia is verzet, verdient een pluim. We willen de organisatie betrekken bij het verder gestalte geven aan het nieuwe cultuurbeleid binnen de geschetste kaders. Het talent dat in Fryslân rondloopt moet worden behouden en dat verdient een toekomstbestendig verhaal, met gelijkwaardige kansen. Ook pleit de FNP voor een Fries Cultuur Fonds om talent uit onze eigen provincie te ondersteunen. Jongeren moeten de kans en tijd krijgen om hun te ontwikkelen. De laatste jaren hebben we gezien dat de sector onder grote druk kwam te staan. We zagen dat de mensen in het culturele veld moeite hadden het hoofd boven water te houden. Datgene wat kwetsbaar is verdient bescherming.

De touwtjes zelf in handen

De FNP vindt dat de provincie zelf de beschikking moet hebben over de cultuurgelden, die nu landelijk en Europees worden verdeeld. De provincie is zelf het beste in staat om prioriteiten aan te brengen over wie de gelden moet krijgen. De touwtjes zelf in handen. Tot het zover is zal er vanuit de provincie steun moeten komen bij het aanvragen van landelijke en Europese gelden. Met robuuste aanvragen moet Fryslân ontzettend veel meer geld voor projecten in Fryslân binnenhalen. Dat moet een stevige ambitie zijn.

De meertalige provincie

Fryslân is een meertalige provincie. Met naast het Fries als vanzelfsprekendheid ook het Nederlands, Bildts, Stellingwerfs en tal van streektalen en dialecten, zoals de verschillende varianten van het Stadsfries, de talen van onze eilanden en het Zuid-Lauwerlands. Voor de FNP staat voorop dat het Taalplan Frysk in 2030 er werkelijk moet staan. De tijd dat mensen hier opgroeiden als analfabeet in de taal van hun hart moet voorbij zijn. Er is nog veel werk te verzetten. Met onze partners in het veld is de provincie goed op weg om de doelen van 2030 te behalen; dat verdient de komende jaren, maar ook daarna alle steun. De FNP zet in op een eigen provinciale onderwijsinspectie met bevoegdheden op alle onderwijsniveaus die ook controleert op de uitvoering van de profielen op de scholen, en niet alleen op aanbod. We zien dat landelijk de aandacht voor het Fries nog steeds ver achter blijft bij de prioriteit die aan andere vakken wordt gegeven. Dat moet uit zijn. Daarnaast willen we binnen de nieuwe Bestuursafspraak Friese Taal en Cultuur tussen de Provincie Fryslân en het Rijk ruime aandacht voor het onderwijzen van onze geschiedenis.

Fries? Heel gewoon maar stiekem ook wel heel bijzonder

De FNP wil in deze periode meters maken met de zichtbaarheid van het Fries en de andere (streek-)talen. Voor de jaren 2023 en 2024 is daar jaarlijks € 350.000 voor beschikbaar. De FNP wil dat bedrag omhoog brengen en het bedrag voor de komende periode (van vier jaar) structureel maken. Gemeenten moeten op die manier gesteund worden om robuuste taalbeleidsplannen te maken en het gekibbel om het geld moet daarmee ook over zijn. We zijn trots op onze taal en cultuur en dat mag wat kosten. Daarom wil de FNP eveneens een taalcoördinator voor het Friese MKB aanstellen. De economische waarde van taal is groot. Het is onderscheidend en vooral ook voor de toeristische sector zeer interessant. Dat moet aangejaagd worden en daarom vindt de FNP dat de provincie zelf het goede voorbeeld moet geven. Voor provinciale uitingen en uitingen met provinciaal geld zou daarom moeten gelden dat het Fries of de gebiedseigen talen een prominente plaats krijgen.

Voor goede voorbeelden kijkt Fryslân ook over de grens. Denk hier bijvoorbeeld aan een land als Wales. We zien voor Fryslân ook een trekkersrol in relatie tot de andere talen binnen het Nederlandse koninkrijk. Daarom willen we toe naar een structureel samenwerkingsverband met de andere taalgebieden. Daar horen met nadruk ook Aruba, Bonaire en Curaçao bij.

Streektalen (regio-gebonden) gelijkwaardig

Een bijzondere vermelding is op zijn plaats voor de Bildtse en Stellingwerfse taal. De provincie heeft een verantwoordelijkheid naar deze beide bijzondere talen op ons grondgebied. De organisaties die opkomen voor deze talen, de stichting Bildts Aigene en de stichting Stellingswarver Schrieversronte, zullen via de betroffen gemeenten moeten kunnen rekenen op een structurele subsidie in deze periode.

Verder wil de FNP het taalcadeau voor baby’s blijven steunen, de relaties met Omrop Fryslân, Tresoar, de Fryske Akademy en de Afûk consolideren en de leerstoel Fries aan de Rijksuniversiteit Groningen overeind houden. 

Leefkwaliteit en sport

Gemeenschapsbeleid voorwaarde om prettig te wonen

n Fryslân redden we ons ermee. Al jaren blijkt dat de inwoners van Fryslân tot de meest gelukkige inwoners van Nederland behoren. De manier waarop we hier met elkaar omgaan en ook onze sociale infrastructuur leveren daar een positieve bijdrage aan. We gaan uit van een open gemeenschap die gastvrij en respectvol omgaat met andere culturen en levenswijzen. De FNP wil alle hulp bieden aan nieuwe inwoners om hun deel uit te laten maken van de Friese gemeenschap en cultuur. De laatste jaren is er door de inzet van de FNP miljoenen geïnvesteerd in gemeenschapsbeleid. Zo heeft tegenwoordig eigenlijk bijna elke plaats of wijk een fatsoenlijk ontmoetingscentrum in de vorm van een dorpshuis, wijkcentrum of MFA. We zien dat het Iepen Mienskipsfonds van de provincie een ware aanjaagfunctie heeft gehad. Daar willen we mee doorgaan. Het is de verbinding die mensen hier nog met elkaar hebben, die het leven kleur geeft.

Een gedeputeerde voor de jongeren

Verder pleit de FNP voor een gedeputeerde voor de jongeren. Jongeren en starters moeten als ze dat willen weer terug kunnen komen naar het heitelân. Iedereen moet de kans krijgen om inwoner van Fryslân en Fries te worden. Daarnaast wil de FNP ruimte geven aan lokale initiatieven om dorpen en plaatsen ook voor jongeren leefbaar en aantrekkelijk te houden. Zo moet er een laagdrempelige subsidieregeling komen voor kleine initiatieven en voor kleine ondernemers. Daarmee kunnen activiteiten worden gestimuleerd die het leven kleur geven en voor vertier zorgen. Denk bijvoorbeeld aan bootcampssup-scholen, personal training enzovoort.

Eén leefbaarheidsloket – het huis van de gemeenschap

Volgens de FNP wordt het tijd voor een nieuwe stap. De FNP wil in de komende jaren toewerken naar een breed provinciaal leefbaarheidsloket. Er zijn in Fryslân talloze organisaties die de Friese gemeenschap op verschillende manieren ondersteunen: organisaties zoals Doarpswurk, Keunstwurk, Sport Fryslân en Fryslân Pop. Die hebben kennis en kunde die niet verloren mag gaan. We willen de komende jaren gebruiken om te komen tot één samenwerkingsorganisatie die al die kennis en kunde bij elkaar brengt en borgt. Het moet op die manier veel eenvoudiger worden voor onze inwoners, bedrijven en andere organisaties om soepel en vlug met vragen of ideeën daar terecht te kunnen. De schotten ertussenuit en op naar één loket, met als doel dat het werk dat de organisaties doen duurzaam kan blijven bestaan.

We willen binnen het evenementenbeleid, bij het aanvragen van vergunningen, help bieden bij het omgaan met de beperkingen door de natuurwet- en regelgeving. Organisatoren van culturele activiteiten, sportevenementen, dorpsfeesten of verenigingen moeten daar soepel geholpen worden. Soms is het papierwerk voor zulke activiteiten in heksentoer; dat moet anders. Minder benauwd zijn voor juridische problemen en meer handelen naar de geest van de wet.

Bovendien wil de FNP dat er een onderhoudsfonds komt voor dorpshuizen, wijkcentra en andere ontmoetingsruimtes. Dit fonds moet gevuld worden in samenwerking met de gemeenten. Ook de verduurzaming van die gebouwen moet hierin een plek krijgen.

Een ander aspect waar de FNP bezorgd over is, is het aantal vrijwilligers. Daarom komt er vanuit het leefbaarheidsloket een steunfunctie om voor de ontmoetingsruimtes te komen tot een goede organisatiestructuur, passend bij deze tijd. In dat licht zal de functie van de ontmoetingscentra ook een plus kunnen krijgen. Als werkplek bijvoorbeeld, of om er te studeren. Een meer centrale functie voor de wijk of dorp, ook overdag. Snel internet (glasvezel) overal in Fryslân is daarvoor een voorwaarde. We spreken de ambitie uit dat Friese dorpshuizen en MFA’s in 2024 twee keer zo vaak open zijn als in 2022.

Lokaal als voorwaarde voor een rijk verenigingsleven

Als laatste punt zal er een bewustwordingscampagne komen over de schaduweffecten van de snelle economie van vandaag-de-dag. Ook in Fryslân duiken overal de zogenaamde flitsbezorgers op. Op sommige plekken kan het de leefbaarheid misschien vergroten, maar de loyaliteit van de FNP ligt bij de lokale ondernemers. De campagne zal inzetten op het lokaal kopen van onze spullen en daarmee steun geven aan de lokale ondernemers, die met sponsoring en andere hulp vaak aan de wortel staan van onze verenigingen, clubs en vertier. In een tijd dat alles snel moet, mag hier wel eens wat meer aandacht en waardering voor zijn.

Het land van de topsport!

Met de Nederlandse schaatstempel (Thialf), een mooie schaatsbaan in Leeuwarden (Erfstedenhal), twee betaald-voetbalclubs (Cambuur en sc Heerenveen), de oudste sportwedstrijd van Nederland (de PC in Franeker) en onze eigen sporten (zoals kaatsen, fierljeppen en skûtsjesilen) is Fryslân bijzonder. Bij de meeste sporten speelt de Provincie Fryslân geen rol van betekenis. Wat de Friese sporten betreft, ligt er wat de FNP betreft wel een verantwoordelijkheid.

De tijd dat de provincie dure wielrenwedstrijden naar Fryslân haalde is voorbij. De FNP wil dat geld gebruiken voor de versterking van onze Friese sporten en van de sportinfrastructuur.

Een jaar lang gratis sporten voor kinderen

De FNP wil in de komende jaren de rol van deze sporten binnen het bewegingsonderwijs aanjagen. Daarnaast wil de FNP een fonds waarmee onze jongste inwoners als ze zeven jaar worden een jaar lang gratis lid kunnen worden van de lokale sportvereniging. Samen met de koepelorganisaties van de Friese sporten wil de FNP in programma opzetten om praktiserende sporters in het basis- en middelbaar onderwijs in te zetten met als doel dat meer jongeren lid zullen worden en daarna actief die sporten beoefenen. 

Energie en duurzaamheid

Op naar een autonoom energiebeleid

Fryslân staat bekend om de ruimte die we hier nog hebben. Maar ook om de verscheidenheid aan landschappen. Van de vruchtbare klei aan de Waddenkust, de bossen en bomen in Gaasterland en de Friese Wouden, de Greidhoeke met zijn vee in het land en onze Friese meren. Mede door de inzet van de FNP zijn we in staat geweest om grote windmolens en windparken op land tegen te houden. Ook de wildgroei aan zonneparken hebben we in de afgelopen vier jaar kunnen voorkomen. Voor de Fryske regionale energie strategie (RES) hebben we ingezet op ons eigen gebruik. Op dit moment voldoen we daar ook aan. Maar we zijn niet blind voor de ontwikkelingen om ons heen. Ook op mondiale schaal. We zien meer en meer mensen die de energierekening niet meer kunnen betalen. We zien hoe afhankelijk we zijn van buitenlands gas en staan nu voor een grote transitie om van de fossiele brandstoffen af te komen. De FNP wil daarom op termijn autonoom worden wat betreft ons energieverbruik, maar daarbij wel oog houden voor de balans tussen het opwekken van energie en het behoud van ons mooie landschap. Dat is immers één van onze kenmerken.

We houden vast aan het nu geldende provinciale windmolen- en zonneparkenbeleid. De FNP zet daarnaast vol in op nieuwe ontwikkelingen zoals aquathermie, geothermie, waterstof, groen gas en ‘blue energy’. Verder willen we meer federalistische oplossingen voor de uitdagingen van onze tijd. Daarmee bedoelen we dat we niet zitten te wachten op ingrepen van het Rijk, maar het op onze eigen manier willen doen. Zorgvuldig en in balans met de omgeving. Om autonoom te worden met betrekking tot ons energieverbruik willen we in de komende periode afspraken maken met gemeenten die vergaande plannen hebben om in hun eigen behoefte te voorzien. Denk hierbij aan een gemeente zoals Waadhoeke. We kijken naar percelen waar anders geen goede bestemming voor is en staan positief tegenover plannen die een bijdrage kunnen leveren om onze doelen te bereiken. Bij groot draagvlak in de omgeving kan maatwerk van toepassing zijn. Dergelijke plannen moeten goed ingepast worden in het landschap en de revenuen moet eveneens beschikbaar zijn voor de gemeenschap.

Kortgezegd: we laten de grote transitie waarvoor we staan niet over aan de grote jongens maar gaan voor lokaal eigenaarschap, soms in samenwerking met grote bedrijven. Alles naar aard, schaal en karakter en passend bij de omgeving. Met een robuust netwerk dat weer voldoende op capaciteit wordt gebracht. Daarnaast blijft het natuurlijk zo dat wat je niet gebruikt ook niet opgewekt hoeft te worden. De provincie houdt bij het energiebeleid een ondersteunende rol ten opzichte van de gemeenten en coöperaties.

Mobiliteit

Wat vindt de FNP over mobiliteit:

Fryslân ligt er wat de wegen betreft netjes bij en is voor de komende jaren eigenlijk wel haast klaar. De FNP is dan ook geen voorstander van een nieuwe weg tussen Sneek en Leeuwarden. Met uitzondering van wat aanpassingen hier en daar voor de verkeersveiligheid, voorzien we in de komende periode van vier jaar geen grote projecten. Wat de vaarwegen betreft moeten de bruggen over het Prinses Margrietkanaal snel worden gemoderniseerd door Rijkswaterstaat. Nieuwe grote vaarwegen zijn in Fryslân niet nodig. De kosten van zulke grote investeringen leveren onvoldoende rendement op en hebben een negatieve impact op ons landschap. We blijven scherp op een goede bereikbaarheid van onze eilanden.

Landschappelijke kosten Lelylijn wegen niet op tegen de baten

Een ander groot project dat speelt en mogelijk nog meer zal opspelen is de zogenaamde Lelylijn. Een snelle spoorverbinding tussen de Randstad, het noorden van Nederland en de rest van Europa. Fryslân verdient een goede verbinding, maar de kosten voor ons landschap en de koppeling die in de plannen wordt gelegd met grootschalige woningbouw zorgen ervoor dat de FNP geen voorstander is. Er moet worden uitgegaan van dat waar Fryslân zelf behoefte aan heeft. De FNP is dan ook tegen de komst fan in snelle spoorverbinding onder deze voorwaarden.

Toekomstbestendige structuur voor het openbaar vervoer

Nieuwe mobiliteit en met name het vraagstuk van het openbaar vervoer zullen de komende jaren op een andere wijze moeten worden bekeken. Zonder substantiële extra bekostiging vanuit het Rijk voor het openbaar vervoer als zaak van algemeen belang zal het onmogelijk worden om het busvervoer zoals we dat nu kennen overeind te houden. De FNP vindt het bereikbaar houden van het platteland uiterst belangrijk voor een leefbaar platteland en wil daarom inzetten op een betrouwbaar en robuust netwerk van hoofdverbindingen. Alle plaatsen in Fryslân moeten een vorm van toegang hebben tot dit netwerk. Met de opkomst van de elektrische fiets zijn kortere afstanden gemakkelijker te overbruggen als vroeger. Dat betekent ook dat er goede fietsstallingen nodig zijn en mogelijkheden om accu’s op te laden. In samenwerking met de gemeenten zullen we dat moeten invullen. Inwoners die minder mobiel zijn, moeten de mogelijkheid hebben om bij de hoofdverbindingen te komen. In de toekomst zijn er geen grote lege bussen meer, maar komt er meer maatwerk. Met een robuust systeem en een nieuwe visie op mobiliteit blijft de toegang tot openbaar vervoer en de leefbaarheid overeind.

Landelijk zien we een (hernieuwde) discussie ontstaan over het zogenaamde rekeningrijden. Voor de FNP is het duidelijk dat de afstanden die mensen in Fryslân (moeten) afleggen over het algemeen groter zijn en dat er minder betrouwbare alternatieven zijn als bijvoorbeeld in het westen van Nederland. Dat betekent dat we vinden dat de inwoner van Fryslân niet de dupe mag worden van een nieuw systeem.