Natuur en landbouw kunnen niet zonder elkaar
Laat het direct duidelijk zijn: Natuur en landbouw gaan bij de FNP hand in hand. De laatste jaren is er veel dynamiek. Voor de FNP staat voorop dat Fryslân de landbouw-provincie van Nederland zal blijven. Maar we sluiten onze ogen niet voor de ontwikkelingen die al plaatsvinden. De agrarische sector is een onmisbare speler binnen de gemeenschap, voor onze bevolking maar ook voor de biodiversiteit, de natuur en het landschap. De binding met de gemeenschap gaat trouwens nog veel verder. Denk dan bijvoorbeeld aan de tractor bij de optocht van het dorpsfeest of het ophalen van oud papier. Daar moeten we zuinig op zijn.
In 2019 was het de FNP die de ontwikkelingen zag aankomen en pleitte voor veranderingen. Niet op basis fan dwang maar op basis van bereidwilligheid. Fryslân zal opnieuw vooroplopen: ‘laat de boer weer een winnaar zijn'. We zagen dat de agrarische sector vastdraaide in een systeem van maximalisatie en regels. Toen heeft de FNP al ingezet om te komen tot een meer extensieve sector (met kringloop-, biologische en grondgebonden landbouw) op basis van een goed verdienmodel. Daar willen we blijvend steun aan geven, maar de ondernemer gaat natuurlijk zelf over zijn bedrijfsvoering. Bij het uitgeven van provinciale grond is er wel een rol voor de provincie. Aan grond die in pacht wordt uitgegeven kunnen voorwaarden worden gesteld.
De consument en gemeenschap moeten hun verantwoordelijkheid ook nemen
Dat vraagt ook wat van de consument, de financiële sector en de tussenpersonen. De producten moeten weer de waarde krijgen die ze verdienen. In kortere ketens van boer naar bord. We zien dat de consument steeds bewuster een keuze maakt en op meer en meer plekken de ondernemer een tweede tak, bijvoorbeeld verkoop aan huis, heeft. We willen maximaal de gelegenheid bieden aan een tweede of derde tak. Denk daarbij ook aan bijvoorbeeld vormen van recreatie die tegelijk een impuls kunnen geven aan de leefbaarheid op het platteland, zorg-arrangementen, de opwekking van energie en eigenlijk de allerbelangrijkste: de productie van natuurwaarden en biodiversiteit en daarmee het behoud en onderhoud van ons landschap. Vanuit de provincie wil de FNP een kwartiermaker die producenten van Friese producten koppelt aan de inkooporganisaties van grote bedrijven en instellingen. Trots zijn op eigen producten is één, maar het gebruiken maakt pas écht het verschil.
Fryslân: vooroploper in agrarisch natuurbeheer
Naast het behoud van de - voor Fryslân zo kenmerkende - open ruimte zijn voor de FNP gezonde grond, schoon water en biodiversiteit de uitgangspunten voor agrarisch natuurbeheer. Goed om te benoemen is dat Friese boeren hier al in voorop lopen. De FNP is trots op de grote stappen die boeren hebben gemaakt met het agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb), het natuur-inclusief boeren waarbij een deel van de bedrijfsvoering bestaat uit het beheren van het landschap en de natuur. De provincie zal stevig met Europa en de nationale overheid in gesprek moeten om het werk van het Kollektivenberied Fryslân en de aangesloten collectieven en agrarische natuurverenigingen verder te stimuleren. Geld uit Europa is belangrijk voor onder andere de Friese skriezekriten (gruttokringen), de houtwallen en elzesingels en voor de akkervogels. Positieve resultaten zijn er op de Waddeneilanden, in De Bouhoeke, De Greidhoeke maar ook in het Veenweidegebied en tegen het Drents-Friese Wold aan.
Minder stikstof en schoon water
De FNP steunt de Friese stikstof-aanpak. We zien dat er in onze provincie ook al goede voorbeelden zijn. Denk hierbij aan de vrijwillige reductie van de uitstoot op een eiland als Schiermonnikoog. Bedrijven die al zijn omgeschakeld, mogen niet de dupe worden van nieuwe plannen. Door gebiedsprocessen zullen we het met elkaar moeten doen. Op basis van vertrouwen in elkaar. Geen gedwongen onteigening in verband met de stikstofmaatregelen. Verder zullen ook de andere sectoren zoals de bouw, het verkeer, de industrie en de luchtvaart en vanzelfsprekend onze inwoners hun verantwoordelijkheid moeten nemen. De reductie van stikstof staat niet op zichzelf; ook op het gebied van de waterkwaliteit ligt er een uitdaging. Schoon water, het langer vasthouden van water in tijden van droogte, het tegengaan van de verzilting hoort hier natuurlijk ook bij. We stimuleren dat bestrijdings- en gewasbeschermingsmiddelen zo veel mogelijk worden uitgefaseerd en tegelijk stimuleren we alternatieven. De FNP vindt dat we niet steeds nieuwe en hogere hoepels moeten opwerpen. We moeten de zaken nu meteen goed regelen zodat iedereen weet waar hij of zij aan toe is en Fryslân de landbouw-provincie van Nederland blijft.
Fryslân weidevogelland
We blijven inzetten op het stimuleren van onze weidevogels en het vergroten van de biodiversiteit. Het Natuur Netwerk Nederland zal worden afgemaakt. Wie aan weidevogelbeheer doet en daar subsidie voor krijgt, zal één keer tijdens de (subsidie-)contractperiode gratis een cursus volgen. Met elkaar moeten we er voor zorgen dat Fryslân de weidevogel-populatie (kievit, grutto enz.) op peil houdt en daar waar dat mogelijk is, vergroot.
Verder houdt de FNP oog voor onze cultuurhistorische landschapselementen. Elzesingels, boomwallen en andere landschapselementen vertellen een deel van onze geschiedenis. Wat weg is, komt niet eenvoudig meer terug. Vanuit dat gezichtspunt wil de FNP ook een subsidie instellen om belangrijke landschapselementen die zijn verdwenen opnieuw zichtbaar te maken in het landschap. Daarnaast wil de FNP met de andere Friese overheden het herstelplan biodiversiteit ten uitvoer brengen. De FNP wil de subsidierelatie met onze groene organisaties en landschapsbeheerpartners overeind houden. Zij zorgen samen met de agrarische sector voor het beheer van ons land. Voor de FNP zijn de nazorgers natuurlijk ook zeer belangrijk, de nazorg is dan ook terecht immaterieel erfgoed geworden in 2022.
Natuurbeheer
In het meest utopische scenario houdt de natuur zichzelf in evenwicht. In een cultuurlandschip zoals Fryslân is er soms wel wat hulp bij nodig. Die hulp is zowel nodig voor het onderhoud van onze bossen als om balans te houden in de populatie van sommige dieren. In sommige gevallen zullen predatoren (roofdieren) of andere dieren die veel schade kunnen veroorzaken, moeten worden bejaagd. Voor bepaalde planten geldt evenzo dat die actief bestreden moeten worden, zoals de watercrassula, de grote bereklauw of andere invasieve exoten, omdat die ten koste gaan van de bestaande biodiversiteit. We willen ook verder met verschillende pilots rondom het bejagen van de steenmarter, en die ook uitbreiden. Het beleid rondom predatoren houden we dan ook overeind en we zullen maatwerk leveren wanneer dat nodig is.
Sinds 2018 wordt de wolf ook vaker in Fryslân gespot en sinds de zomer van 2022 is er op de grens fan Fryslân en Drenthe roedelvorming. Voor de één is de wolf in prachtig dier, voor de ander is het een nachtmerrie. De FNP wil de lobby inzetten en er voor zorgen dat de wolf een iets lagere beschermingsstatus krijgt. Op dit moment is het dier Europees en dus ook in ons land maximaal beschermd. Net als sommige deelstaten in Duitsland en in de Alpen wil de FNP net wat meer mogelijkheden hebben om bij excessen te kunnen ingrijpen. De wolf is lastig te keren, grote hekken om Fryslân bouwen is ook geen oplossing. Verder wil de FNP dat de bestaande preventieregeling in de hele provincie gaat gelden. Veehouders die hun vee willen beschermen, moeten daartoe de mogelijkheid krijgen en daarbij worden gesteund. Met de druk van nieuwe wolven uit Duitsland zal dat ook noodzakelijk worden.