Sterke rol voor de regio
Nu de eerste procesmatige fase van de informatie door informateur Herman Tjeenk Willink eind vorige week tot een einde is gekomen, is het nu tijd dat de partijen weer meer naar de inhoud kijken. Als bijdrage daaraan heeft de FNP een aantal majeure opgaven op een rijtje gezet, waar de nieuwe regering straks de hulp van de regio goed bij zal kunnen gebruiken. Er moet dan wel ruimte zijn om die rol ook goed op te kunnen pakken.
In de brief worden de uitdagingen geschetst die er zijn op het gebied van de bereikbaarheid (openbaar vervoer, versnelling spoor, kosten autogebruik op het platteland), de regie op de ruimtelijke ontwikkeling en de energietransitie, de economische structuur van Fryslân, de overgang naar een natuurinclusieve en circulaire landbouw met oog voor de weidevogels, en het oplossen van de problematiek van de funderingsschade in de veenweidegebieden. Deze uitdagingen kunnen alleen goed worden aangepakt als de verschillende overheden constructief samenwerken. Daarbij zijn de omstandigheden vooral in Fryslân (en in Zeeland) gunstig voor een sterkere rol voor de regio.
Fries en de streektalen
Wat het Fries en de streektalen betreft, kan er nog wel een tandje bij, zo blijkt uit de brief aan de informateur. De FNP Statenfractie verwacht van de nieuwe regering dat zij de verdragsverplichtingen, waartoe Nederland zich heeft verplicht, eindelijk eens nakomt en dat er wat wordt gedaan met de kritiek en aanbevelingen van internationale monitoring-comités. De Friese taal verdient op zijn minst dezelfde aandacht, financiële middelen en stimulering als de Nederlandse.