Vliegen op 75 meter
Zonder
de provincies en gemeenten te informeren, verstopte Defensie het voornemen om
de laagvliegroute opnieuw in te gebruik te nemen in een dikke nota over de
luchtruimherziening. Daarmee zullen straaljagers straks op een hoogte van
slechts 75 meter over dorpen en natuurgebieden in noord en oost Nederland gaan
razen. In 2002 is de route buiten gebruik genomen vanwege de grote overlast en
gevaarlijke situaties. Omdat deze bezwaren nog steeds gelden, hadden de
provincies Fryslân, Drenthe en Overijssel verzocht de route definitief te
schrappen.
Paniek op ministerie
Natuurlijk
leidde het voornemen van Defensie tot grote ophef. Journalisten stelden vragen
aan Defensie, politici kwamen in verzet en burgers kwamen in actie. Vanaf de
kant van Defensie bleef het lange tijd stil; pas acht dagen later kwam er een
reactie van de persvoorlichter van het ministerie. Zijn antwoorden blonken niet
uit in duidelijkheid, en de duiding in de media liep uiteen. Nog steeds wachten
journalisten die vervolgvragen stelden op antwoord.
Actie in Tweede Kamer
Dit was
genoeg reden voor statenleden om afgelopen dinsdag naar Den Haag af te reizen
om het debat met staatssecretaris Visser bij te wonen en samen met collega's in
de Tweede Kamer aan te dringen op definitieve afschaffing van de
laagvliegroute.
De staatssecretaris kreeg voortdurend briefjes aangereikt door vier kolonels, die moeite hadden rechtop te zitten vanwege het gewicht aan medailles op hun borst. Staatssecretaris Visser zei dat ze de kans zeer klein acht dat de laagvliegroute in gebruik wordt genomen. Kamerleden Karabulut (SP) en Kerstens (PvdA) kondigden een motie aan om de route te schrappen en de regio niet langer in onzekerheid te laten zitten, en daarmee te voldoen aan de oproep vanuit de provincies.
Onduidelijkheid blijft
De belangrijkste opmerking van de staatssecretaris kwam echter na het debat. Opheffing is iets anders dan de route nú niet in gebruik nemen, zei Visser. Ze wil de route niet definitief schrappen en wanneer de luchtmacht aangeeft dat ze de route toch wil gebruiken, zal ze daar serieus naar kijken. De explosieve situatie blijft dus bestaan, de bom wordt niet ontmantelt. En zo kan, na Zeeland, de bom in noord en oost Nederland later alsnog ontploffen, zodra de luchtmacht opnieuw laag wil gaan vliegen.