Opiny OSF-senator Hindrik ten Hoeve.
De Eerste Kamer krijgt binnenkort de wijziging van de mediawet te behandelen die donderdag (8 oktober) in de Tweede Kamer besproken is en waarin een volledig nieuwe structuur voor het geheel van regionale omroepen wordt vastgelegd.
Dat betreft natuurlijk ook de positie van Omrop Fryslân, die verantwoordelijk is voor radio- en televisieuitzendingen in de tweede rijkstaal. Blijkens zijn brief van 7 september aan de Tweede Kamer is staatssecretaris Dekker zich de bijzondere positie van deze omroep wel bewust en de Tweede Kamer is daar terecht ook in de discussie op teruggekomen. Voor de Friestalige omroep moet rekening worden gehouden met de internationale verdragen m.b.t. de minderheidsrechten van het Fries, met de Wet Gebruik Friese Taal en met de Bestuursafspraak Friese Taal en Cultuur. De bijzondere positie van Omrop Fryslân is misschien wel het meest duidelijk naar voren gekomen in de adviezen van de door het Rijk ingestelde Commissie Hoekstra II, de Commissie Borging Friese taal in de Media. Die commissie zegt het zo:
" de bijzondere positie van de Friese taal moet ook vertaald worden naar een bijzonder beleid ten aanzien van Friestalig publiek media-aanbod. Er dient een volwaardig, zelfstandig en breed programma- /media aanbod in de Friese taal te zijn, dat op dagelijkse basis beschikbaar is op diverse platforms. Die brede taakopdracht van de Friese regionale omroep behoeft een structureel gedifferentieerde financiering en een afzonderlijke benadering bij de bepaling van het noodzakelijke budget."
Ik vrees dat de benadering in de brief van de staatssecretaris van 7 september en ook de benadering van de Tweede Kamer, toch op belangrijke punten hier niet aan voldoet en dus ook niet aan wat er in Friesland verwacht wordt. De verwachting in Friesland is als volgt verwoord door de Friese Staten in een unaniem aangenomen motie:
"- ...dat Omrop Fryslân ... een onafhankelijke zelfstandige positie als enige publieke zender in de Tweede Rijkstaal moet behouden;
......dat het advies van de Commissie Hoekstra volledig nagekomen moet worden, inclusief het financiële deel van de aanbevelingen betreffende een structureel gedifferentieerde aparte financiering voor de Friestalige publieke omroep."
De voornemens van de regering gaan er naar uit om de Friestalige omroep weliswaar te garanderen dat ze Friestalig kan blijven, maar ze op te laten gaan in de landelijke Stichting Regionale Publieke Omroep waar ze organisatorisch en financieel (bezuinigingen!) over één kam geschoren wordt met de andere regionale omroepen, ondanks haar unieke opdracht.
In feite zou naast de Stichting Nederlandse Publieke Omroep en de Stichting Regionale Publieke Omroep een aparte Stichting Fryske Publike Omrop het meest passend zijn om daaraan recht te doen. Ik wijs er in dat verband ook maar op dat een echt zelfstandige omroep die niet financieel gedwongen wordt om allerlei faciliteiten te delen met anderen een impuls kan betekenen voor allerlei bedrijvigheid rond de omroep die de positie van de minderheidstaal kan verstevigen. Een mooi voorbeeld daarvan is bijv. in Wales te vinden.
De staatssecretaris gaat voor de verdere uitwerking van zijn plannen praten met Gedeputeerde Staten van Friesland. Het zou goed zijn als de gedeputeerde in dat gesprek blijft benadrukken wat door de Commissie Hoekstra is geadviseerd en door de Staten in de motie is uitgesproken: Omrop Fryslân dient een zelfstandige organisatie te blijven met een eigen financieringsregeling.
Het is daarbij niet onredelijk om van de gedeputeerde te verwachten dat ook de provincie aan zo'n Omrop meebetaalt. Rijk en provincie delen de verantwoordelijkheid voor de Friese taal en dus ook voor de Fryske Publike Omrop. Samen moeten ze zoeken naar een passende organisatie en een passende financiering.
Hendrik ten Hoeve,
Lid van de Eerste Kamer voor de OSF.
Dit artikel is tagelyk ferskynd as opinystik mei as titel 'Laat provincie aan Omrop meebetalen' yn de LC fan 10 oktober 2015